Ingrediënten
Voor 4 personen
250 gr rijst
1 ajuin
Arachideolie
2 tenen knoflook
1 koffielepel sambal
40 gr verse gember
1 wortel
1/4 Chinese kool
2 mini paksoi
enkel mini maïskolfjes
200 gr sojascheuten
peper en zout
4 eieren
scheutje sesamolie
4 el ketjap
2 lente-uitjes
enkele takjes koriander
(voor de liefhebbers)
Bereiding:
Kook de rijst gaar, giet af en koel af met koud water om het kookproces te stoppen. Pel de ajuin en snipper hem niet te fijn. Verhit een scheut arachideolie in de wok, bak de ajuin in de olie. Snipper de tenen look zeer fijn, voeg ze bij de ajuin en laat mee bakken. Voeg de sambal toe en laat eveneens mee bakken, schil en rasp de gember (of hak hem zeer fijn), voeg eveneens bij de rest. Schil en snijd de wortel in fijne reepjes, bak hem mee in de wok, halveer de maïskolfjes en snijd de Chinese kool in reepjes, bak ze ook mee in de wok, snijd de mini-paksoi wat kleiner en bak eveneens mee. Doe de sojascheuten erbij.
Zet een pannetje op het vuur met een scheutje arachideolie, bak de spiegeleieren en kruid ze met peper en zout.
Doe de gekookte rijst ook in de wok en laat even mee bakken met de groenten. Breng op smaak met een scheutje sesamolie en de ketjap. Meng alles goed door elkaar. Snipper de lente-uitjes fijn.
Serveer de nasi met een spiegelei, wat gesnipperde lente-ui en een paar blaadjes koriander.
Laat het smaken !!!